La ricerca schakel ha prodotto 11 risultati
NL Olandese IT Italiano
schakel (n) [ketting] {m} legame (n) {m} [ketting]
schakel (n) [verband] {m} legame (n) {m} [verband]
schakel (n v) [fastener or holder] {m} fermaglio (n v) {m} [fastener or holder]
schakel (n) [ketting] {m} vincolo (n) {m} [ketting]
schakel (n) [verband] {m} vincolo (n) {m} [verband]
NL Olandese IT Italiano
schakel (n) [ketting] {m} anello (n) {m} [ketting]
schakel (n) [verband] {m} anello (n) {m} [verband]
schakel (n) [ketting] {m} maglia (n) {f} [ketting]
schakel (n) [verband] {m} maglia (n) {f} [verband]
schakel (n v) [fastener or holder] {m} gancio (n v) {m} [fastener or holder]
schakel (n v) [fastener or holder] {m} fibbia (n v) {f} [fastener or holder]

Olandese Italiano traduzioni

NL Sinonimi per schakel IT Traduzioni
ring [ring] m fascetta {f}
verbinding [connectie] f connessione {f}
verbindingsstuk [koppelstuk] n articolazione {f}
koppeling [koppelstuk] f frizione {f}