Italiano Olandese
imponibile af te dwingen
impopolare ongeliefd
imporre opleggen
imporre a opdringen aan
imporre le tasse belastingen heffen
imporre un'ammenda een boete opleggen
imporre una tassa su belasting heffen op
importante aanzienlijk
importantissimo van het grootste belang
importanza positie
importare invoeren
importatore invoerder
importatrice importeur
importazione import
importo som
importunare lastig vallen
importuno moeilijk
impossessarsi di zich toeëigenen
impossibile weerspannig
impossibile da ricordare onmogelijk te herinneren
impossibilità onmogelijkheid
imposta beer
imposta di successione successierecht
imposta diretta directe belasting
imposta indiretta indirecte belasting
imposta pro capite hoofdelijke belasting
imposta sul reddito inkomstenbelasting
Imposta sul reddito delle società Vennootschapsbelasting
Imposta sul Valore Aggiunto BTW
imposta sulle entrate inkomstenbelasting
impostare posten
impostazione invalshoek
impostazione di un bilancio budgettering
imposto afgedwongen
impostora zwendelaarster
impostore zwendelaar
impostura bedrog
impotente machteloos
impotenza impotentie
impoverire verarmen
impoverirsi arm worden
impoverito arm
impraticabile onbegaanbaar
imprecare vloeken
imprecare contro beledigen
imprecazione vloeken
imprecisione onnauwkeurigheid
impregnato vochtig
impregnato dell'odore di ruiken naar
imprenditore contractant
imprenditore agricolo landbouwer
imprenditore edile contractant
imprenditrice contractante
imprenditrice agricola landbouwster
imprenditrice edile contractante
impresa streven